Tijd voor een verkeersquiz!
U rijdt, als vrouw zijnde, in een Opel Astra sedan/coupé van ongeveer 12 a 14 jaar oud op de A9, met opende spitsstrook, tussen Zijkanaal C en Rottepolderplein een vrachtwagen voorbij. De auto achter u doet dit ook en gaat vervolgens de spitsstrook op. U:
Stelling 1.
Rijdt verder op de middenstrook met een snelheid varierend tussen de 85 en 105 terwijl de auto achter u inmiddels een neuslengte achter, maar dan op de rechterstrook, u rijdt. Bij knooppunt Raasdorp moet er worden geritst. U laat uw gas los en gaat vervolgens naar rechts. U spiegelt niet en doet geen schouder check, spiegels zijn immers voor de sier en van de schouder check krijgt u een stijve nek. Tevens waren de richtingaanwijzers bij dit type auto een optie die u niet genomen heeft. Dat de auto op de rechterstrook inmiddels net niet naast u zit maakt u niet uit. Dat deze vol in de remmen gaat en de claxon flink gebruikt maakt u ook niet uit, uw
conversatie met uw passagier is immers zo belangrijk dat het verkeer er niet toe doet. En de auto naast u heeft eigenlijk die zijschermen en de motorkap toch niet nodig.
Stelling 2.
Rijdt verder, geeft wat gas bij en gaat vervolgens keurig rechts rijden, want daar is de spitsstrook voor. U rijdt met een constante snelheid door en de auto's achter u kunnen gewoon hun weg vervolgen zonder telkens het gas los te hoeven laten.
Een stukje later komen we bij afrit Badhoevedorp. Hier gaat u eraf. De auto achter u gaat er ook af. De eerste rotonde is een turborotonde. U moet hier driekwart rond, de auto achter u moet halfrond. Er komen auto's aan op de binnenste rijstrook. Wat doet u?
Stelling 3.
U keek voldoende vooruit om te zien dat op de binnenring geen ruimte was, maar op de buitenste wel, waardoor u niet hoefde te remmen en via de rechterstrook keurig driekwart rond kon gaan waarbij u alsnog op de binnenste strook kwam, omdat u ook zag dat de auto's die daar reden een afslag nadat u erop gegaan bent, eraf gingen. Doordat u bleef rollen, kon u dus de rotonde op zonder de daarop al reeds aanwezige weggebruikers te hinderen. Goed voor het millieu en de doorstroming.
Op het stukje voor de afrit bleef u trouwens voldoende afstand houden van het busje voor u.
Stelling 4.
U probeert nog de buitenstrook op te rijden, echter rijdt hier inmiddels de auto die achter u reed al, omdat deze rechts van u langs mag komen (u bent immers voorgesorteerd voor linksaf) en bent vervolgens verontwaardigd dat deze u hier kan passeren. Aangezien u niet weet hoe u moet spiegelen of moet schouder checken, is deze auto naast u een komplete verrassing en bent u hierdoor totaal overdondert. Hoe durft deze bestuurder?!
Op het stukje voor de afrit kroop u trouwens zo dicht op het busje voor u, dat een aanhanger jaloers zou zijn.
Welke stellingen zijn juist?
A. Stelling 1 en 3 zijn juist
B. Stelling 1 en 4 zijn juist
C. Stelling 2 en 3 zijn juist
D. Stelling 2 en 4 zijn juist